| Eenzaam, zoek ik naar jou, zwerf ik door straten
|
| Ik struin de kroegen af, waar wij vaak zaten
|
| Jij hebt me afgedankt en weggesmeten
|
| Toch kan ik jou nooit, nooit meer vergeten
|
| Ik wil vannacht, in die armen van jou
|
| Die mooie droom weer beleven met jou
|
| Snakken naar adem, en kijken naar jou
|
| Laat mij niet langer dromen
|
| Als ik dan ontwaak, in 'n zacht morgenlicht
|
| Raak ik je aan, en ik streel je gezicht
|
| Ben ik betoverd, als jij naast me ligt
|
| Zoals alleen in dromen
|
| Oh, ik mis je, kan zonder jou niet leven
|
| Oh, ik mis je, al die nachten zo alleen
|
| Laat me niet alleen
|
| Een stem klinkt door de nacht, ik droom dat jij me riep
|
| Een silhouet komt dichterbij, maar weer ben jij het niet
|
| Jij verwarmt nu haar, en ik sta in de kou
|
| Waar ben je, ben radeloos, ik wil alleen maar jou
|
| Ik wil vannacht, in die armen van jou
|
| Die mooie droom weer beleven met jou
|
| Snakken naar adem, en kijken naar jou
|
| Laat mij niet langer dromen
|
| Als ik dan ontwaak, in 'n zacht morgenlicht
|
| Raak ik je aan, en ik streel je gezicht
|
| Ben ik betoverd, als jij naast me ligt
|
| Zoals alleen in dromen
|
| Ik wil vannacht, in die armen van jou (armen van jou)
|
| Die mooie droom weer beleven met jou (beleven met jou)
|
| Snakken naar adem, en kijken naar jou (kijken naar jou)
|
| Laat mij niet langer dromen
|
| Laat mij nu niet lang meer dromen
|
| Ooh |