| Als de dag van toen hou ik van jou
|
| Misschien oprechter en bewuster trouw
|
| Want toch steeds weer is een dag zonder haar
|
| Een verloren dag met stil verlangen naar
|
| Weer een dag als toen waarop ze zei
|
| «Jij bent m’n leven, staat aan mijn zij»
|
| En wat, wat er ook gebeuren mag
|
| Ik hou nog meer van jou als toen die dag
|
| Ik weet nog goed hoe alles eens begon
|
| Hoe vol geheimen was de weg die voor ons lag
|
| Een weg waarvan je soms de rand niet zag
|
| Maar wat er ook gebeurde, aan 't einde scheen de zon
|
| Ik tel de dagen die sindsdien verstreken
|
| Allang niet meer op de vingers van één hand
|
| Maar ook de tijd kan niets meer van jouw beeld verbleken
|
| Al is de weg ook nog zo lang naar ons land
|
| Als de dag van toen hou ik van jou
|
| Misschien oprechter en bewuster trouw
|
| Want toch steeds weer is een dag zonder haar
|
| Een verloren dag met stil verlangen naar
|
| Weer een dag als toen waarop ze zei
|
| «Jij bent m’n leven, staat aan mijn zij»
|
| En wat, wat er ook gebeuren mag
|
| Ik hou nog meer van jou als toen die dag
|
| Ik heb zo vaak geprobeerd je te doorgronden
|
| Zoals je in ieder boek lezen kan waardoor
|
| En zag na al die lessen toch 't doel versomberen
|
| Want vandaag weet ik nog minder dan ooit tevoor
|
| Ik heb honderd maal gezien zonder te begrijpen
|
| Wat jij nu werkelijk wilde en ook elke keer
|
| Als ik verwachtte alles met je te bereiken
|
| Kwam weer de wind en blies me weg als een veer
|
| Als de dag van toen hou ik van jou
|
| Misschien oprechter en bewuster trouw
|
| Want toch steeds weer is een dag zonder haar
|
| Een verloren dag met stil verlangen naar
|
| Weer een dag als toen waarop ze zei
|
| «Jij bent m’n leven, staat aan mijn zij»
|
| En wat, wat er ook gebeuren mag
|
| Ik hou nog meer van jou als toen die dag
|
| Verdriet en geluk zijn aan elke tijd verbonden
|
| Die in sneltreinvaart en sneller langs ons suist
|
| Nog steeds helen de tijden alle wonden
|
| Al denk ik vaak aan de dag dat ik leefde in jouw huis
|
| Nee, geen enkel uur is er dat ik berouw
|
| Al geldt voor mij als troost slechts een herinnering
|
| Nog meer dan gisteren wacht ik nu op jou
|
| Maar minder nog dan morgen als de dag begint
|
| Als de dag van toen hou ik van jou
|
| Misschien oprechter en bewuster trouw
|
| Want toch steeds weer is een dag zonder haar
|
| Een verloren dag met stil verlangen naar
|
| Weer een dag als toen waarop ze zei
|
| «Jij bent m’n leven, staat aan mijn zij»
|
| En wat, wat er ook gebeuren mag
|
| Ik hou nog meer van jou als toen die dag |