| Ik ben een mens van vlees en bloed
|
| Een druppel in de oceaan
|
| Onherkenbaar in de golven
|
| Een korrel zand in de woestijn
|
| Zo slokt de menigte mij op
|
| Raak ik telkens weer bedolven
|
| Maar gedragen door het witte licht
|
| Stijg ik uit boven mezelf
|
| Ken ik even geen gewicht
|
| Meer dan een schaduw in het witte licht
|
| Met open ogen in de zon ontdek ik mijn gezicht
|
| Ik word geboren in de bergen
|
| Draag het water naar de zee
|
| Maar waarom ben ik vergeten
|
| Ik zet mijn stappen in het zand
|
| Maar word geruisloos weggespoeld
|
| En vul mijn plek weer in de leegte
|
| Maar gedragen door het witte licht
|
| Kom ik los van wie mij maakte
|
| Knijpt de tijd z’n ogen dicht
|
| Meer dan een schaduw in het witte licht
|
| Open ogen in de zon ontdek ik mijn gezicht
|
| 'k Voel dat deze kaars niet voor altijd zal blijven branden
|
| Dus ik verdrink me in de schijn die dit licht voor even werpt
|
| Nog heel even en de waarheid slaat de leugen weer keihard uit m’n handen
|
| M’n ogen branden als de hel, maar ik ben liever blind dan dat ik hier nu sterf
|
| Dio disse, «Sia luce» e luce fu
|
| Gedragen door het witte licht
|
| Kom ik los van wie mij maakte
|
| Knijpt de tijd z’n ogen dicht
|
| Meer dan een schaduw in het witte licht
|
| Open ogen in de zon
|
| Gedragen door het witte licht
|
| Stijg ik uit boven mezelf
|
| Ken ik even geen gewicht
|
| Meer dan een schaduw in het witte licht
|
| Met open ogen in de zon verlies ik mijn gezicht
|
| Ben een mens van vlees en bloed
|
| Een druppel in de oceaan
|
| 'k Ga ten onder in de golven |