| 18 jaar, ik zag je lopen
|
| Golvend haar, diepblauwe ogen
|
| Jij keek om, niet te geloven
|
| Één moment, ik was gebroken
|
| 18 jaar, één zomeravond
|
| Hou me vast totdat de zon komt
|
| Ik moet weg, geef me nog één zoen
|
| Ga je mee? |
| Laten we dom doen
|
| En wie had het gedacht?
|
| Wij met z’n tweeën zo veel jaar
|
| Nog altijd gelukkig met elkaar
|
| Ja, jij maakte al mijn dromen waar
|
| En als je naar me lacht
|
| Voel ik nog steeds na al die tijd
|
| Wat ik met je doe en jij met mij
|
| Ik wil je nooit, nee nooit meer kwijt
|
| Wie had dat ooit gedacht?
|
| 18 jaar, we houden het open
|
| Zo verliefd, maar het vuur kan nog doven
|
| Dag tot dag, nooit iets beloofd
|
| En niets verwacht, hoe gek kan het lopen?
|
| Wie had het gedacht?
|
| Wij met z’n tweeën zo veel jaar
|
| Nog altijd gelukkig met elkaar
|
| Ja, jij maakte al mijn dromen waar
|
| En als je naar me lacht
|
| Voel ik nog steeds na al die tijd
|
| Wat ik met je doe en jij met mij
|
| Ik wil je nooit, nee nooit meer kwijt
|
| Wie had dat ooit gedacht?
|
| Er is ons zo vaak gezegd
|
| «Dit is niet echt
|
| Nee, jullie zijn veel te jong»
|
| Maar wij hielden altijd vol
|
| En nu, nu zijn wij hier
|
| Dus geef me je hand
|
| Kijk me diep in m’n ogen aan
|
| Want zoals wij hier samen staan
|
| Beloof ik voor altijd door te gaan
|
| Wie had dat ooit gedacht?
|
| Dat we nog steeds na zoveel jaar
|
| De liefde verklaren aan elkaar
|
| Jij maakt nog steeds m’n dromen waar
|
| En als je naar me lacht
|
| Voel ik nog steeds na al die tijd
|
| Dat ik bij je hoor en jij bij mij
|
| Nee, ik wil je nooit, nee nooit meer kwijt
|
| Wie had dat ooit verwacht?
|
| Hey, yeah, yeah |